Het meest beklijvende in het kamp van Beverlo was het interneringskamp dat de Duitse bezetter er organiseerde tijdens de Tweede Wereldoorlog onder de naam Kriegs Wehrmacht Gefängnis Beverlo. Die gevangenis werd van in het begin van de bezetting ingericht Ín het complex van het ruiterijkamp. De bestaande blokken kregen een omheining in prikkeldraad voorzien van uitkijktorens. De vensters werden eveneens met prikkeldraad beveiligd en de blokken werden op dezelfde manier van elkaar gescheiden. De geïnterneerden verbleven per twintig in kamers van zes op twintig meter. De kamers waren voorzien van houten bakken met een strozak en een deken als slaapgelegenheid. Zij stonden twee aan twee boven elkaar. Elke kamer had een tafel met houten banken of kisten als zitplaats. De gevangenis was bedoeld voor politieke gevangenen of, met de woorden van een kampcommandant: ‘bandieten en terroristen’. Daartoe behoorden blijkbaar ook een zestigtal Engelse kloosterzusters alsook Amerikaanse piloten en Joden. Van Belgische zijde kwamen voornamelijk verzetslieden in het Kamp van Beverlo terecht. Zij werden in hoofdzaak bewaakt door gestrafte Duitse soldaten. Op het ochtendbezoek aan de wasplaats, een beperkt aantal werkcommando’s en het afhalen van de maaltijden na, moesten de gevangenen de ganse dag zonder activiteit in de kamer blijven. De lange, haast uitzichtloze dagen in de kamer werden door sommige gevangenen aangewend om wat te tekenen of te schilderen… voor zover er papier beschikbaar was. Onder deze gevangenen bevonden zich onder meer: Mare NEELS (aka Marc SLEEN), de geestelijke vader van Nero en Josef NASSY, een Amerikaanse Jood. Van beiden is het werk te zien in het MKOK (Museum K-blokken en Oscar Kapel) in Leopoldsburg. De werken van Josef Nassy zijn bovendien opgenomen in de collectie van het United States Holocaust Museum. Tijdens de nacht van 4 op 5 september 1944 droegen de Duitsers de ongeveer 900 resterende gevangenen te Leopoldsburg over aan de Rijkswacht, de Politie, de brandweer en het Rode Kruis. Alle gevangenen werden op 5 september vrijgelaten. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werden in het kamp Duitse gekwetsten ondergebracht, Duitse krijgsgevangenen voor tewerkstelling in de mijnen opgesloten, Russische dwangarbeiders uit de Baltische kampen verzameld voor verplichte terugkeer naar hun land en werden collaborerende Belgen er geïnterneerd. * Deze werden echter niet ondergebracht in het Cavaleriekamp maar wel in het Infanteriekamp (Interneringscentrum Beverlo). Zie ook het kaartje hieronder. * Dank aan Martin Bogaert voor de correctie en het bijhorend kaartje! |
|
This article is also available in English